Uitvoering:
Excellente spaanafvoer door ongelijke spoed van de spaangroeven, geleidingsringen en extra geleidingsfasen voor boringen met zeer hoge precisie. Maximale proceszekerheid door exact op elkaar afgestemd gereedschap van het totale systeem. Boren tot maximale diepte zonder co-pilot. Duidelijk hogere gereedschapsstabiliteit door een aanzienlijk versterkte kern. Verhoogde verspaningsvolumes en uitstekende standtijden zorgen voor een efficiënt boorproces op high-end-niveau.
Tip:
Spaangroeflengte L
C = L
2 + 1,5 × D
C.
Voor een proceszeker gebruik van de diepgatboren 16×D is een voorafgaande centrering met nr.
121068 –
121121 of een pilotboring van ten minste 4×D met pilotboor nr.
122736 nodig. Voor pilotboringen vanaf 20×D is een pilotboring op maximale boordiepte met pilotboor nr.
122736 absoluut noodzakelijk. Het uitvoeren van een pilotboring verhoogt de proceszekerheid.
De aangegeven L/D-verhouding komt overeen met de minimaal bereikbare boordiepte met de desbetreffende pilotboor.