Klimtechniek – beproefde veiligheid met de juiste ladder

Klimtechniek is meer dan alleen een woord voor een goede ladder. De term verwijst naar een getest en veilig hulpmiddel of hulpmiddel om veilig omhoog of omlaag te klimmen. Er is een groot aantal normen en voorschriften voor klimtechiek. En niet voor niets, omdat dit het risico op ongevallen aanzienlijk kan verminderen. Hier presenteren we de belangrijkste normen en laten we u zien waar u bij ladders op moet letten - van eenvoudige opstapjes tot professionele ladders.

Richtlijnen en DIN-normen – Bepalingen voor alle ladders

De normen DIN 131-1 tot 131-7, DIN EN 14183 en TRBS 2121 deel 2 zijn hoofdzakelijk van toepassing op klimtechniek en regelen de benamingen en types, de functionele afmetingen, vereisten en gebruik evenals de nodige tests. De treden en hoogtes zijn bijvoorbeeld gekoppeld aan de types. Bijvoorbeeld, een werk- / trappenplatform vereist een leuning vanaf een hoogte van één meter. En alleen vanaf een minimumoppervlak van 33 x 52 cm kan de bovenste trede worden gebruikt als een 'werkplatform'.

De DIN-normen regelen ook veiligheidslabels en gebruikersinformatie. DIN EN 131-1 / -2 speelt hierbij een speciale rol. Het werd gewijzigd in januari 2018. Sindsdien zijn ladders onderverdeeld in twee klassen: professioneel voor beroepsmatig gebruik en niet-professioneel voor privégebruik. De achtergrond hiervan zijn de hogere eisen die worden gesteld aan klimtechniek, die dagelijks wordt gebruikt door professionals. De norm veronderstelt hier 50.000 cycli, terwijl privégebruik wordt geschat op 10.000 cycli. Ladders die zijn ontworpen voor professioneel gebruik moeten aan aanzienlijk hogere testvereisten voldoen. Ladders met een lengte van 3 m moeten bijvoorbeeld een grotere sta-breedte hebben (vanwege een vaste dwarsbalk of conische constructie). Pictogrammen geven meestal aan of een ladder kan worden gebruikt voor professioneel (1) of privé (2) gebruik.

Wijzigingen in TRBS 2121 deel 2:

De respectieve verplichtingen met betrekking tot het gebruik van arbeidsmiddelen worden nader gespecificeerd door de TRBS (technische regels voor operationele veiligheid en kennis van de operationele veiligheidsregelgeving). De werkgever moet hiermee rekening houden bij het vaststellen van de beschermende maatregelen. TRBS 2121 Deel 2 is van toepassing op werkgevers en hun werknemers. Er wordt onderscheid gemaakt in ladders als verkeersroutes en ladders als werkplekken op grote hoogte. Hier geven we u een overzicht van de belangrijkste wijzigingen als gevolg van TRBS 2121 deel 2:

Ladder als verkeersroute

6 tot 8 meter: beperkt gebruik
Ladder alleen toegestaan indien zeer zelden gebruikt. Indien vaker gebruikt: kies een alternatief, bijvoorbeeld vaste ladder, trappen, etc.

1 tot 5 meter: onbeperkt gebruik
Tot een hoogte van 5 m kunnen sport- en trapladders worden gebruikt als verkeersroutes, voor zover het gebruik van andere, veilige arbeidsmiddelen niet evenredig is. Het moet mogelijk zijn om de hooggelegen werkplek veilig te betreden en te verlaten (risicobeoordeling).

Ladder als hooggelegen werkplek

6 tot 8 meter: niet gebruiken
Ladders niet toegestaan. Alternatief kiezen, bijv. werkplatform, steiger, etc.

3 tot 5 meter: beperkt gebruik
Gebruik van ladders met treden of plaform tijdelijk toegestaan. Max. gebruiksduur: 2 uur

1 tot 2 meter: onbeperkt gebruik
Ladders met treden, voetenplankje of platform toegestaan. Onbeperkt gebruik.

Als ladders ook als werkplek worden gebruikt, vereist het herziene TRBS 2121 deel 2 expliciet treden in plaats van sporten – ongeacht het type ladder. Als alternatief kunnen sportenladders worden opgewaardeerd met geschikte inhangenplatforms of tredes. Dit is een snelle en voordelige manier om bestaande ladders te blijven gebruiken in overeenstemming met TRBS.

De juiste ladderlengte en steigerhoogte kiezen

De EU-richtljin 2009/104/EG bepaalt dat de gebruikers van een ladder te allen tijde veilig moeten staan en zich veilig kunnen vasthouden. In Duitsland wordt deze richtlijn geïmplementeerd door de BetrSichV. Bij het kiezen van de maat / lengte moet het volgende in overweging worden genomen:

  • Aanlegladders mogen allen worden beklommen tot de vierde trede / sport van boven.
  • Tweezijidg oploopbare ladders mogen slechts tot de derde trede / sport van boven worden bestegen.
  • Multifunctionele ladders in de gebruikspositie 'trapladder met opgezette uitschuifladder' mogen alleen tot de vijfde trede van boven worden bestegen.
  • Trapladders met platform en platformladders moeten dusdanig worden gekozen, dat de gebruiker de maximaal vereiste werkhoogte, zonder zich te moeten uitstrekken, vanaf het platform kan bereiken.
  • De zogenaamde elleboogmethode wordt gebruikt om eenvoudig de juiste contacthoek te bepalen. Ga hiervoor rechtop staan op de eerste trede van de ladder en strek uw gebogen arm uit naar de ladder. Als de elleboog in lijn is met de treden, is de contacthoek correct.

De keuze van de juiste ladder hangt af van de vereiste werkhoogte:

  1. Werkhoogte = stahoogte + 1,50 m
  2. Reikhoogte = standhoogte + 2,00 m

Reichhöhe = grün
Arbeitshöhe = blau
Standhöhe = rot

Berekening van de lengte van de ladder

Vereiste minimale ladderlengte (in m) met de volgende aanzethoek

Calculating the ladder length

Voorbeeld voor het berekenen van de minimale ladderlengte:
Verticale hoogte (bovenste aanlegpunt) = 6,00 m
Bij gebruik van een sportenladder (hellingshoek van 70 °): 6,00 m x 1,064 = 6,40 m

Niet gebruiken zonder regelmatige inspecties

Inspecties zijn bedoeld om ervoor te zorgen dat een ladder ook op lange termijn aan alle voorschriften voldoet. Een geschikte, gekwalificeerde persoon in het bedrijf moet de ladders regelmatig inspecteren, documenteren en labelen. Naast een eenvoudige visuele en functionele test zijn de volgende criteria en functietests van toepassing:

  • Boomsterkte
  • Standverbreding
  • Torsietest (bij trapladders en bij aanlegladders)
  • Duurbelastingstest
  • Base-Slip-test

De tijdsintervallen voor de controle hangen met name af van de gebruiksfrequentie, de stress tijdens gebruik en de frequentie en ernst van defecten die bij vorige inspecties zijn gevonden. Naast de bovengenoemde richtlijnen, moet het bedrijf zich ook houden aan de volgende wet- en regelgeving met betrekking tot een ladderinspectie:

  • De Arbowet
  • De bedrijfsveiligheidsverordening
  • De DGUV-nformatie 208-016

Inferieure ladders – hoe de eerste blik bedrieglijk kan zijn

Als u ladders met elkaar vergelijkt, houdt u zich vaak aan het aantal stappen of het gewicht. Maar geen van beide is een goede maatstaf voor het herkennen van kwaliteit. Omdat de sportafstand aanzienlijk kan verschillen. Dus meer sporten betekent niet altijd meer hoogte. Ergonomisch is een sportafstand van 280 mm - als deze lager is, is op- en afstappen minder comfortabel. Het belang van breedte wordt ook vaak onderschat. Een ladder moet minimaal 350 mm breed zijn, want zo staat u veilig en wordt de bewegingsvrijheid tijdens het werken niet beperkt.

De verwerking van de klimtechniek speelt ook een belangrijke rol. Inferieure meerdelige ladders werken met een grotere overlapping om zwakke staanders te compenseren - ten koste van de lengte. Klinknagels of eenvoudig lassen duiden op een lage duurzaamheid. Hoogwaardige ladders zijn gebouwd met beslag en schroeven zodat onderdelen kunnen worden vervangen. Plastic doppen aan de voeten moeten stevig worden vastgeschroefd zodat ze niet verloren gaan tijdens het transport of zelfs de veilige stand in gevaar brengen.

Voorzichtigheid is ook aan te raden bij bijzonder lichte ladders - de vermindering van het gewicht kan ten koste gaan van de stabiliteit. En niet alles dat glinstert is altijd goud: prachtig glinsterend aluminium is vaak getrokken aluminium dat aanzienlijk minder duurzaam is.

Welke soorten klimtechniek zijn er?

Er wordt een fundamenteel onderscheid gemaakt tussen de volgende soorten ladders en klimhulpmiddelen:

Trapladders

Er zijn verschillende versies beschikbaar - oploopbaar aan een of beide zijden, van de eenvoudige aluminium ladder tot het premium product met extra antislip GripStep.

Aanlegladders

Ladders uit één stuk worden aanlegladders genoemd. Meerdelige modellen zijn beschikbaar als insteek-, schuif- of telescopische ladders. DIN EN 131-1 / -2 is op elk van hen toepassing.

Werkplatform

Stabiliteit is van het grootste belang voor werkplatforms. In gemonteerde toestand moeten ze stijf zijn, een breed loopvlak hebben en een platform van minimaal 33x52cm.

Machine opstapje

Een opstapje heeft een kleine, compacte constructie en heeft een of meer niveaus. Het loopvlakgebied is breder dan dat van werkplatforms of opvouwbare opstapjes.

Opvouwbaar platform

Een opvouwbaar platform heeft weinig ruimte nodig en is zeer snel en eenvoudig op te zetten. Door het modulaire ontwerp kan het op elk moment flexibel worden gebruikt.

Behalve klimtechniek behoren tot bedrijfsinrichting ook Werkpleksystemen, Gereedschapskasten, Artikeluitgiftesystemen, Gereedschapswagens, Transportwagens, Opslagtechniek, Milieutechniek en Ruimtesystemen en containers. Ontdek hier ook meer over de onderwerpen Ergonomie op de werkplek en 5S-methode. Hier gaat u naar het Overzicht.

Deskundig advies over klimtechniek

Onze gespecialiseerde adviseurs voor bedrijfsinrichting adviseren u graag over de perfect passende ladder voor uw bedrijf. Voor vragen die ook betrekking hebben op valbeveiliging, raadplegen we onze experts voor persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) indien nodig. Onze getrainde gespecialiseerde adviseurs helpen u in een persoonlijk gesprek, aan de telefoon of per e-mail.

Persoonlijk advies aanvragen

Bedrijfsinrichting is een complex thema. Alle wetenswaardigheden vindt u op onze Overzichtspagina.

Direct kopen

Meld u aan bij uw account

Bent u een nieuwe klant?

Inhoud winkelwagen

Naar de winkelwagen
Naar de winkelwagen